Memo(s)

20 juli 2006, de 17de etappe in de Tour over 200,5 km tussen Saint-Jean-de-Maurienne en Morzine. Floyd Landis heeft de vorige avond zijn pandoering van rond de 10 minuten weggespoeld met een paar biertjes, 'It was an Amstel' liet hij achteraf weten met zijn goedlachse sproetenkopje. Op de eerste col van de dag, de Col des Saisies sprint het Phonakpeloton als gekken naar boven: een wanhoopsoffensief, zo lijkt het. Na het wegvallen van de trouwe soldaten van de gevallen Amerikaan is het de beurt aan Landis himself.

En hij gaat door, hij houdt een verschroeiend tempo aan en glijdt over het smeltende asfalt alsof hij zo snel mogelijk uit de hel wil ontsnappen waarin hij gisteren beland is. Klöden blijft er als laatste aanbengelen maar uiteindelijk moet hij Floyd Landis laten gaan. Landis rijdt en rijdt, en sluit aan bij het groepje dat voor hem weggereden was. Hij rijdt de kopgroep onmiddellijk voorbij en gaat ook hier tempo maken. Enkel Sinkewitz en Halgand kunnen in het wiel blijven hangen. Met 3 rijden ze dus op kop waarbij het eigenlijk enkel Landis is die in een soort van trance aan een razendsnel tempo zijn bedevaart naar Morzine verderzet, de rest kan enkel aanklampen, hoewel, Halgand moet er even later af.

Op het vlakke stuk voor de Joux-Plane zet Riis zijn CSC pionnen eindelijk op kop en er wordt gejaagd.. De voorsprong van Landis was nu toch wel onrustwekkend groot geworden en daar moest aan geknabbeld worden. Met enig succes, om en bij de 2 en een halve minuut wordt er afgeknepen.

Op de Joux-Plane, de reus waar Armstrong in 2000 even kopje onder ging, zou Landis wellicht instorten, zo dacht iedereen, zo dacht iedereen die menselijke gedachten had. Maar niets was minder waar, Landis liet Sinkewitz achter en zette zijn trance veder, en klauterde even snel naar boven als al die anderen, met uitzondering van Sastre die onsnapt was uit de groep 'maillot jaune'. Op de top had Landis nog steeds een kleine 5 en een halve minuut voor op zijn eerste achtervolger Sastre en meer dan 7 minuten op het peloton.
Joachim Morrens

---