Lars Boom is 192 centimeter Hollands glorie. Blozende blonde kop op een krachtig lijf. De regenboogtrui van het WK Veldrijden in Treviso hangt niet om een ranke klimmersborst, maar omspant een stoere torso. De wielerbroek spant zich strak om dijen als beuken. Lars Boom, 22 lentes, is de vleesgeworden oer-Hollandse wielerkampioen, met een missie; op 1 februari 2009 wereldkampioen veldrijden worden in eigen land, in het Brabantse Hoogerheide.

Als hij een gemene, felle klim uit het WK-parcours test, ziet het er uit het alsof hij op een zonnige zomerdag door een weiland fietst. Pure kracht gevernist in souplesse. Precies op die klim kan hij straks enorm huishouden in het peloton. Gras en onkruid lijken opzij te buigen voor ’s werelds beste veldrijder. Bovenaan de helling oogt hij als een roofdier dat net een prooi heeft gezien. Het is zijn parcours.

De wereldtitel van afgelopen winter in het Italiaanse Treviso kwam eigenlijk vroeger dan verwacht. Hoogerheide was het doel sinds het WK in 2006 aan de Brabanders werd toegewezen. De gemeente is het thuis van grote Hollandse renners: oud-tourwinnaar Jan Jansen woont er nog altijd en heeft er zijn fietsenfabriek. De oud-wereldkampioenen Hennie Kuiper, Harm Ottenbros, Gerrie Knetemann en Adrie van der Poel wonen of woonden er. Hoogerheide is heilige wielergrond, waar renners nog helden zijn, mits ze beide benen in de Brabantse klei houden. Hooghartige kampioenen worden er niet gewaardeerd, keiharde werkers met een kop erop wel. De ethos van het katholieke Brabant wil het zo. Daar wereldkampioen veldrijden worden, is als zegevieren op de Olympos.

Dankzij de titel van Treviso denkt Boom straks in Hoogerheide, ondanks de verwachtingen van ongetwijfeld duizenden landgenoten langs het parcours, te kunnen strijden zonder druk. ‘Vorig jaar zei ik dat ik in Hoogerheide wereldkampioen wilde worden en dat doel is al bereikt. Ik leef er dit keer denk ik juist makkelijker naar toe, niet gemakkelijk, maar makkelijker. Ik kan er goed uit de voeten en dat weet ik, dus er is zeker niet meer druk.’

Het is een frisblauwe ochtend als Lars Boom het parcours in het Brabantse Wallenlandschap bekijkt. Malsgroen glooiend landschap aan zijn voeten. Als het er straks bij het WK ook zo zonnig bij ligt, prima. Als het een blubberbende is, ook goed. Hij won er begin dit jaar de Grote Prijs Adrie van der Poel in bar weer. De dranghekken werden bijna over het parcours geblazen en het goot. ‘Mooi weer vind ik prima, maar het mag voor mij ook heel erg slecht zijn. Er telt eigenlijk maar één ding: je moet gewoon goed zijn op die dag.’

Iedere bocht en verraderlijke klim van het WK-rondje van zo’n drie kilometer zit al in zijn hoofd. ‘Het parcours is vrij selectief. Veel hoogteverschillen en wisselingen en behoorlijk wat lopen. Het is sowieso een parcours voor mij, want je kunt er goed mensen losrijden. Er zitten niet echt superlange stukken in, waardoor je tegenstander je niet altijd kan zien rijden, dat is lekker.’ Begin dit jaar in Hoogerheide reed hij de Belgische superrijders Vervecken en Wellens met kracht en souplesse ook ronden voor het eind los in een klimmetje naar de finish toe en bleef hij weg.

De avond voor de verkenning is hij uit Spanje gekomen van een etappe-wedstrijd. Ook wegwedstrijden trekken de veldrij-kampioen. De uitnodiging voor een parcourscheck werd gretig aangegrepen, ondanks een paar uur slaap. Als het hoge gras straks gemaaid gaat worden, wordt hij graag weer gewaarschuwd. Autorijden doet Lars Boom ook bij voorkeur hard en snel, dus vanuit zijn woonplaats Vlijmen kan hij er in een half uurtje zijn. Op zijn parcours wil hij niets aan het toeval overlaten. Kennis van de gesteldheid van de kale bodem kan straks net de doorslag geven.

De zomer werd voornamelijk doorgebracht op de weg. Het NK tijdrijden, het NK op de weg en een hoogtestage, allemaal als basis voor wat het mooiste veldrij-seizoen uit zijn nog jonge carrière moet worden. Hij zal de aanloop naar het WK net zo zorgvuldig plannen als afgelopen jaar, waarin hij zijn krachten doseerde en enkele wedstrijden liet lopen. De wereldbekerwedstrijd in Milaan zal de laatste test worden voor Hoogerheide.
Rust vormt een zeker zo belangrijk onderdeel van de voorbereiding. ‘Zeker in de laatste weken. Goed rusten, op jezelf letten en goed trainen is dan het belangrijkst.’ Net als afgelopen jaar gaat Boom eind november, begin december twee weken op trainingsstage naar Lanzarote. ‘Even je hoofd helemaal ergens anders, lekker weer en lekker trainen.’

De jonge wereldkampioen is overigens geen type dat moeite heeft met rust ‘pakken’. ‘Ik lig graag op de bank en pak graag een filmpje. Dat is voor mij geen enkel probleem. Ik ben van mezelf vrij rustig en heb niet zoveel moeite met lekker rusten en thuis zijn.’
Dat hij op jonge leeftijd al op gaat voor een tweede wereldtitel, daar is hij niet mee bezig. ‘Daar denk ik nooit over. Veldrijden gaat nu goed en als ik het nog tien jaar volhoud, dan is het ook goed. Als je er maar plezier in houdt. Het is toch een mooi leven zo?’

Foto: Henk Theuns

WK Cyclo-Cross Hoogerheide 2009



Misschien ook interessant: