Memo(s)

Jean Robic bijgenaamd "tête de cuir" (Lederen hoofd) omwille van zijn zelfgemaakte valhelm die hij steevast droeg uit angst van hoofdblessures op te lopen. Een renner uit één stuk, vechter op de fiets met een grote mond maar een hart van peperkoek. Toen Jean Robic zijn Ronde van Frankrijk won deed hij dat omdat hij aan zijn kersverse bruid (hij trouwde kort voor de Tour) had beloofd om de gele trui terug te brengen als bruidschat.

Jean Robic was niet om een straffe uitspraak verlegen, wat er toe leidde dat hij nooit meer voor de Franse selectie mocht rijden. Raphaël Geminiani herinnert zich een anecdote waar hij samen met een paar andere renners grappen aan het maken was over de helm van Robic. Waarop Robic antwoordde: "Mijn helm is héél stevig hoor. Ik heb hem zelf met de hand gemaakt. Kijk maar en Robic nam een hammer en sloeg deze op zijn helm." Geminiani herinnert zich dat hij en de anderen stomverbaasd naar Robic bleven kijken en in zichzelf dachten dat die helm inderdaad héél sterk moest zijn. Op dat moment liep er een streep bloed vanonder de helm op het voorhoofd van Robic. Hij had zijn hoofd open geslagen, Robic ten voeten uit.

Robic was een renner die nooit de toenmalige modernisering van de sport heeft aanvaard hetgene ervoor gezorgd heeft dat hij de duimen moest leggen voor renners die de "nieuwe" methodes gebruikten zoals Coppi en Bobet. Nee Jean Robic improviseerde. Zoals zijn trucje om zijn gebrek aan gewicht (Robic was nogal klein van gestalte en tenger) in de afdalingen op te lossen. Een drinkbus gevuld voor 3/4 met lood. Hetgene ook meteen zijn evenwichtspunt op de fiets verbeterde.

Robic heeft nooit echt zijn overstap naar het burgerleven kunnen aanvaarden. Robic stierf in een ongeval met zijn wagen toen deze onder een geparkeerde oplegger terechtkwam. Hij was op weg naar huis na een avondje kaarten met andere ex-wielrenners waarmee hij zoals zo vaak had zitten mijmeren over de vervlogen tijden in het peleton van het verleden. Robic mag bij de legendes van de wielersport gerekend worden.
Kurt Weygantt

---